Een vierkant heeft een zijde van S
(UNIT_TEXT).
Hoeveel (UNIT_TEXT) is de omtrek?
Een vierkant heeft vier gelijke zijden.
De omtrek is de totale lengte van alle zijden van het figuur samen.
Tel de lengtes van alle zijden op:
\qquad\text{omtrek} =
\pink{S} + \blue{S} +
\purple{S} + \green{S}
\qquad\text{omtrek} =
S * 4\text{ UNIT}
\gray{\qquad \text{4 x }S\qquad=\qquad4 * S}
De omtrek van een vierkant is 4 * S
(UNIT_TEXT).
Hoe lang is elke zijde?
De omtrek is de totale lengte van alle zijden van het figuur samen.
\qquad \pink{\text{?}} + \blue{\text{?}} +
\purple{\text{?}} + \green{\text{?}} =
4 * S\text{ UNIT}
De zijden van een vierkant zijn allemaal even lang.
Elke zijde is daarom S UNIT lang want
\gray{\qquad 4 * S : 4 = S}
\qquad \pink{S} + \blue{S} +
\purple{S} + \green{S} =
4 * S\text{ UNIT}
Een rechthoek is
L
(UNIT_TEXT)
lang en
W
(UNIT_TEXT)
breed.
Hoeveel (UNIT_TEXT) is de omtrek?
De omtrek is de totale lengte van alle zijden van het figuur samen.
Tel de lengtes van alle zijden op:
\qquad\text{omtrek} =
\pink{W} + \blue{L} +
\purple{W} + \green{L}
\qquad\text{omtrek} = 2 * L + 2 * W\text{ UNIT}
\gray{\qquad \text{2 x }L\qquad+\qquad\text{2 x }W\qquad=\qquad2 * L + 2 * W}